Geschiedenis
ge·´noot·schap (het ~)
- 1 vereniging, aan de bevordering van wetenschap, kunst, gezelligheid e.d. gewijd
-
In China bestaat het fenomeen
"Feestgenootschap" reeds vijfduizend jaar. Uit inscripties in steen en
andere bronnen blijkt, dat men toen al op de hoogte was van een relatie tussen
gezelligheid, het lichaam en de inwendige organen.
Men heeft geconstateerd, vaak proefondervindelijk, dat door het prikkelen, masseren
of verwarmen van bepaalde drukpijnlijke plaatsen op het lichaam een bepaalde gezelligheid
kon worden opgewekt.
In Nederland heeft het feestgenootschap sinds de jaren zeventig een steeds vastere plaats
ingenomen in de samenleving.
Men kan het feestgenootschap zien als zowel een additieve (aanvullende) als alternatieve
(echt andere) functie ten aanzien van de reguliere geneeskunde. Hoewel deze therapie een
breed indicatie-veld heeft - het energetisch in balans brengen van de mens, waardoor zijn
of haar klachten dienen te verminderen of te verwijderen - zijn de meest tot de
verbeelding sprekende vormen tot op heden de pijnbestrijding, zoals mede narcose en het
laten stoppen met roken.
De persoonlijke leden hebben een vrij gezellige achtergrond. Daartoe
worden o.a. gerekend geologie, geofysica, geochemie, mijnbouwkunde, bodemkunde en fysische
geografie maar ook aan de economische wetenschappen verwante ingenieurs zoals Accountants
en zulks meer. Van hen zijn 500 actief professioneel aardwetenschapper. Een derde van hen
woont en werkt in het buitenland.
Met dank aan: http://www.kngmg.nl/hd10.htm
en http://www.ngva.com/geschiedenis.html
Kortom we bestaan al een tijdje en doen het goed!
|
04-10-2024
Niet ingelogd
MySQL connectie mislukt. | |